Het was aan het einde van 1971, dat Feyenoord op het spoor kwam van een talentvolle Hongaarse voetballer, die het communistische regime in zijn vaderland was ontvlucht voor een voetbalavontuur in West-Europa. Na het vertrek van Ove Kindvall en met Coen Moulijn al op leeftijd, zocht Feyenoord naar versterking in de aanvalslinie en dacht deze in de jonge Hongaar Attila Ladinsky te hebben gevonden.
Het huwelijk werd helaas nooit gelukkig. Zijn zucht naar avontuur buiten het veld deden zijn prestaties binnen het veld geen goed. Ladinsky speelde dan ook slechts anderhalf seizoen voor Feyenoord, waarna hij aan het Belgische RSC Anderlecht werd verkocht. Dat hij wel degelijk talent had, bleek bij zijn nieuwe club, waar hij in zijn 1e jaar met 25 doelpunten topscorer werd van de Belgische Eerste Klasse.